Groeten uit Noorwegen

Noorderlicht in Ringebu
Blad 1 van 18

Voorwoord.

Dit document beschrijft mijn beleving van het Noorderlicht. Het vertelt over waarom ik zo gek ben van Noorderlicht, hoe ik daarmee omga, en wat er gebeurt als we hier Noorderlicht waarnemen.
Met name in de nachten van 10 op 11 en 11 op 12 maart 2011 waren mooie nachten om waar te nemen. De waarnemingen, gedaan op deze data worden wat nauwkeuriger beschreven en met foto’s aangevuld. Ook vandaag, 13 maart, is het Noorderlicht in Ringebu waar te nemen, maar het is bewolkt, met nauwelijks kans op opklaringen, helaas.
Ik hoop dat dit werkje een beetje weergeeft welke rol het Noorderlicht in ons leven
speelt.
Noorderlicht in Ringebu
Blad 2 van 18
De Zon en Noorderlicht
De Zon. Ik heb wat met de Zon. Niet alleen omdat ze warmte geeft en licht, maar ook
omdat het een ster is. Als persoon met interesse voor astronomie boeit mij dat.
Daardoor lees ik nog wel eens wat over de Zon, of sterren in het algemeen, en de
fenomenen die zij veroorzaken.
Want wie wel eens naar Discovery of National Geographic kijkt, of Youtube afschuimt
op zoek naar iets anders dan het gewone, zou wel eens met andere ogen naar de
Zon kunnen gaan kijken. Behalve licht en warmte produceert de Zon een behoorlijke hoop rottigheid waarvan je eigenlijk het bestaan niet wilt weten. Levensbedreigende zaken. Straling in allerlei
soorten en mate die ons zouden doen verschroeien als we geen atmosfeer zouden
hebben gehad.
Toch boeit mij dat. En met mij, vele anderen. Een zonsverduistering, geheel of gedeeltelijk, spreekt tot ieders verbeelding om maar eens een voorbeeld te noemen. Wat mij erg aanspreekt is het Noorderlicht. Toen ik heel lang geleden lid werd van de bibliotheek in Amsterdam, waren het voornamelijk technische boeken en natuur- of sterrenkunde boeken die ik meenam. Niet dat in nu als een nerd die boeken van binnen naar buiten doorlas, maar het kietelde mijn fantasie genoeg om technische dingen in elkaar te prutsen, waarvan het goed is dat mijn vader en moeder daar nooit
iets van hebben geweten. Met name het boek: “De Wondere Wereld der Straling” heeft geleid tot de bouw van hoogspanningsspoelen, gekloot met TL en neon buizen, rotzooien met Ultra violet en meer van dat soort narigheid.
Zo las ik over een Noor, Kristian Birkeland, die een stalen, magnetische bol in
vacuüm ophing, dat met een elektronenkanon met elektronen bombardeerde en zo kunstmatig
noorderlicht opwekte.
Dat heeft me nooit meer losgelaten. Ik sloopte televisiebeeldbuizen om aan een elektronenkanon te komen, maar dat wat Birkeland flikte, nee, zover ben ik nooit gekomen. En foto’s van het echte Noorderlicht waren faaantaaasties!
“Noorderlicht? Wat heeft dat nou met de Zon te maken?” zul je je afvragen. Nou, heel veel eigenlijk. In tegenstelling tot wat je verwacht, is de Zon geen egale schijf die licht geeft. De Zon kent perioden van relatieve rust en aktiviteit. Zo’n zonneperiode duurt elf jaar en gaat binnen zes jaar van rust naar maximale aktiviteit. Dat doet ze al heel lang, een paar miljard jaar. Sinds we dat weten, zijn we dat gaan bijhouden, en nu zitten we aan het begin van periode 24. Sinds de telling begon.
Noorderlicht in Ringebu
Blad 3 van 18
“Ja, en? Wat merken wij daarvan?”
Niet zo bijster veel, totdat de mensen met radio begonnen te klooien. Toen bleek dat
de Zon daar invloed op had en dat varieerde van jaar tot jaar. Ook bleek dat in
perioden van toenemende aktiviteit de Zon vlekken vertoonde. Zonnevlekken. En dat
langs de randen van de Zon vreemde, hele grote uitstulpingen te zien waren,
zonnemassa of protuberansen, wat de ruimte ingezonden werd.
En daar merken wij wat van. Zonnevlekken zorgen voor uitbarstingen op de Zon,
waardoor straling en zonnemassa de ruimte ingeslingerd worden, en in het ergste
geval komt dat nog onze kant op ook.
In extreme gevallen kan zoiets leiden tot een black out op Aarde, verstoring van
radio- en telefoonverkeer, GPS, of het uitvallen van elektriciteitsnetten.
En Noorderlicht.
De Zon. Gefotografeerd door een satelliet. Dit zijn niet de echte
kleuren van de Zon. De zonnevlekken zijn de lichte plekken en de
protuberansen zijn duidelijk te zien.
Noorderlicht in Ringebu
Side 4 av 18
Als zonnemassa en straling, zonnewind, onze kant opgeblazen wordt, duurt het effe
voordat dat bij ons op de stoep staat. Zo’n dag of twee.
Als de Aarde geen magneetveld had gehad, zou zo’n akkefietje tot uitroeiing van een
groot deel van levende organismen op Aarde leiden. Maar dat magneetveld is er wel.
Dat is onze redding, want het magneetveld buigt de zonnewind af, of vangt delen
daarvan in. De Aarde krijgt daardoor een flink pak op haar lazer, en de ingevangen
zonnedeeltjes zorgen voor een chemische reactie in de atmosfeer, zo’n 300 tot 600
km boven het aardoppervlak. Zuurstof- en stikstof atomen die daar rondhangen,
krijgen een schop onder hun kont van de zonnewind en gaan licht uitzenden.
Noorderlicht.
Zoiets heet dan een geo-magnetische storm.
Noorderlicht is in Nederland zelden te zien. Zelf heb ik het daar één keer gezien, ik
denk in 1999 of 2000, als witte streep aan de noordelijke horizon. Verder alleen in de
boeken.
De Zon, zonnewind de Aarde en haar magneetveld, de magnetosfeer. Hier
zie je hoe zonnewind door de magnetosfeer wordt afgebogen en deels
ingevangen.
Noorderlicht in Ringebu
Side 5 av 18
En toen verhuisden we naar Noorwegen. Dat deden we niet alleen voor het
Noorderlicht overigens, want in onze buurt is het Noorderlicht geen
vanzelfsprekendheid. Omdat Noorwegen zo lang is, 1500 km van noord naar zuid, is
de kans op noorderlicht in de noordelijkere regionen meer vanzelfsprekend. Tromsø,
Lofoten, die kant op in ieder geval. Tromsø staat bekend om haar Noorderlicht
toerisme en er zijn daar bakkenvol met Japanners te vinden die daar trouwen.
Waarom? Omdat het volgens één of andere Japanse legende geluk brengt te
trouwen als het Noorderlicht aan de hemel staat.
Maar toen wij naar Noorwegen verhuisden, was de zonne-aktiviteit extreem laag. Het
was zelfs de laagste activiteit ooit gemeten. Geen zonnevlek liet zich zien.
Maandenlang niet. Kranten die daar lucht van gekregen hadden speculeerden hevig
over gevolgen voor onze aardkloot, globale opwarming werd weer aan zijn oren erbij
getrokken en de wetenschappers die het weten moesten stonden voor een raadsel.
2007 zou de ommekeer moeten zijn naar de nieuwe actieve cyclus, maar de Zon
bleef rustig tot eind 2009. En toen, na een aantal rustige jaren, ging de Zon er weer
tegenaan.
Ergens in die periode bracht de Noorse pers de opstartende activiteit weer onder de
aandacht en daarmee werd mijn interesse ook weer aangevuurd. Het kunstje is om
uit te vogelen of er kans is op Noorderlicht in onze regio, of niet. Een internetsite van
Spaceweather.com geeft je alle info die je nodig heb, of links naar de NOAA site,
waar satellietdata gemonitord wordt en beschikbaar is op het Net.
Sindsdien bekijk ik dagelijks deze sites. En dat heeft van tijd tot tijd inmiddels zijn
vruchten afgeworpen. Het is eigenlijk een spannende sport: De Zon blaast
zonnewind onze kant op, hoe pakt dat uit op Aarde? Ik bekijk dan de “current
conditions”: waar ligt het Aurora Ovaal en hoe groot is de kP –factor?
Het Aurora ovaal geeft aan hoe het Noorderlicht over de noordpool ligt, en hoe ver
zuid het reikt. De Kp factor is iets anders dan de X-factor: het geeft aan hoe erg het
aardmagneetveld is vernaggeld, dus hoe groot de geomagnetische activiteit is.
Het Aurora Ovaal (Auroral oval). Links als het rustig is en rechts als het stormt in de
ruimte en op Aarde
Noorderlicht in Ringebu
Side 6 av 18
“Nou, lekker spannend allemaal, dus.”
Voor mij wel, want het geeft mij een indicatie of ik lang moet opblijven. Of niet.
Noorderlicht in Ringebu.
Sinds ik die sites bekijk, kijk ik met andere ogen naar de hemel. Voornamelijk vanaf
september tot eind april. De rest van het jaar is het te licht om Noorderlicht waar te
nemen.
Het is lastig uit te vinden hoe het Noorderlicht eruit ziet als je het niet eerder gezien
hebt. Terugkijkend op wat ik nu weet, zal het zeker zo zijn, dat we wel eerder
noorderlicht gezien hebben, maar dat we het niet herkend hebben.
De allereerst 100% waarneming was in april 2010, en werd ontdekt door onze
dochter Aurora.
Hoe toepasselijk: Noorderlicht heet officieel
Aurora Borealis. Vervolgens hebben we
Noorderlicht gezien op 11 Oktober 2010,
ergens in December 2010, 2 februari 2011, 2
maart 2011, 10 maart en 11 maart 2011.
In augustus 2010 vond op de Zon De Grote
Explosie plaats en zorgde voor Noorderlicht
over een groot deel van het Noordelijk halfrond.
Pislink was ik toen, want ten tijde van die
periode was het bewolkt bij ons, zonder ook
maar één opklarinkje.
Noorderlicht waarnemen is een kwestie van geduld en mazzel. In ieder geval bij ons
in Ringebu. De ene keer is het noorderlicht sterker dan de andere, maar wie maalt
daarom?
Geduld dus. Aurora is meestal de eerste die noorderlicht meld. Dan gaat ze naar stal
om de paarden eten te geven en komt ze terug met: ”Pap, er is Noorderlicht.” Dan
gaan we meestal even kijken of dat zo is. Aurora is net als Arendsoog, ze ziet alles
even beter dan ik. Dat zal de leeftijd wel zijn, denk ik.
Dan staan we bij de stallen onder een meestal heldere hemel en zegt ze: “Kijk, daar,”
en wijst dan naar een lichte gloed boven de bergtop.
“Ziet er wel naar uit,” bevestig ik dan en maak me dan op voor een toertje naar de
hoogvlakte. Want daar zie je het Noorderlicht het best.
“Weet je dat dan niet van tevoren, je kijkt toch altijd op die site?” zul je vragen.
Dat klopt, maar het is de geomagnetische activiteit die het bepaalt. Dat is de Kp
factor. En die kan in een halfuur van niks aan de hand Kp 2 in een storm Kp 5 of
hoger veranderen.
De observatie check ik dan ook altijd even op de spaceweather site en kijk waar het
Noorderlicht ovaal licht en of er nog meer aan zit te komen.
Zo ja, dan wordt het laat.
April 2010. Op de hoogvlakte
Noorderlicht in Ringebu
Side 7 av 18
Verloop van de Kp factor over de periode 10 tot en met 13 maart
En zo was het ook afgelopen week. Extreem zelfs. Want de Zon heeft een zonnevlek
opgehoest, zonnevlek nummer 1166. Die zorgde ervoor dat de Zon een “1,5 class Xflare”
met Röntgen en gammastraling onze kant op stuurde en een CME. Een CME
staat voor “Coronal Mass Ejection” en dat zijn zonnedeeltjes. Dan praat je over
hoeveelheden als 10 biljoen ton zonnemassa die met een snelheid van 2200 km per
seconde onze kant op komen. Die van vorige week was een “fast CME”. Normaliter
heeft zoiets een snelheid van 1200 tot 1500 kilometer per seconde, dat is dus ehhh..
een stuk langzamer.
Met spanning volgde ik de ontwikkelingen. Op 7 maart vertrok de CME van de Zon,
de X-flare op de negende, maar die reist veel sneller dan de CME. De X-flare was de
eerste in vier jaar en met zijn kracht van 1,5 (maximum is 6) klein te noemen. X-flares
zijn de ergste flares die de Zon kan produceren.
De kranten meteen in paniek natuurlijk, want dat is groot nieuws, helemaal als je niet
weet waar je het over hebt.
Op 10 maart kwamen de zonnedeeltjes op Aarde aan, om 06:30. Mooi klote, want
dan is het bij ons ochtend en duurt het even voordat het donker wordt. Rond het
middaguur ging de geomagnetische activiteit naar Kp 4 en zakte toen weer in naar
Kp 2.
“Lekker dan,” dacht ik toen, “is het feest voorbij voordat we er lol van hebben. Dat
heb ik weer.”
Noorderlicht in Ringebu
Side 8 av 18
Maar in de avond trok het weer aan naar Kp 4 en toen Aurora ook nog meldde dat ze
Noorderlicht zag boven de berg, nam ik de kans waar.
Verdomd, er was noorderlicht. Het noorderlicht ovaal lag over ons heen een groene
band met noorderlicht lag van oost naar west door het dal. Dat was rond een uur of
half elf ’s avonds.
Foto apparatuur van Aurora werd opgehaald en neergezet, in afwachting van de
dingen die komen zouden.
Daar stond ik dan. Bij de fjosse. In de kou. Met een klein briesje uit het noorden. En
de foto apparatuur. Maar de groene band bleef mooi rustig liggen, er gebeurde geen
reet. Niks geen uitschieters, geen gordijnen of waaiers, noppes.
Een groene band. Dat is het, meer niet. Wel spookachtig mooi
Noorderlicht in Ringebu
Side 9 av 18
Het werd kwart over twaalf. Het was berekoud, ondanks mijn warme pak, muts en
handschoenen. Ik had wat foto’s geschoten en besloot naar binnen te gaan.
Ik stelde de wekker in op 02:00 en zou het dan nog eens proberen. Twee uur in de
nacht: geen spektakel.
Drie uur in de nacht: geen spektakel.
Maar om half vijf in de ochtend werd het een ander verhaal. Toen was er beweging.
Half vijf en dan nog noorderlicht zien, is uitzonderlijk. Normaal gesproken bereikt het
noorderlicht zijn hoogtepunt rond middernacht en verdwijnt dan rond een uur of twee.
Nu dus niet.
En stond ik dus weer buiten, in de kou.
De groene band blijft hangen. Met links de Maan. Die groene band is feitelijk de rand van
het Auroral Oval
Noorderlicht in Ringebu
Side 10 av 18
Maar het noorderlicht zag er mooi uit, en ik schoot een paar mooie plaatjes:
De groene band is
een stuk intenser. dat
duidt op meer
aktiviteit.
De band gaat over
het hele dal heen, en
verandert van
struktuur
Ja hoor, prijs!
Zulke ontwikkelingen
gaan razendsnel. Voor
je het weet is het
voorbij.
Noorderlicht in Ringebu
Side 11 av 18
Totdat er een auto het pad opreed en ik geritsel om me heen begon te horen. Dat
waren respectievelijk de krantenman en beesten die wakker werden. Ik had geen
klokje mee, maar de krantenman brengt de krant stipt om kwart over vijf. En nog
steeds noorderlicht.
En toen begon de Zon heel zachtjes over de bergen te gluren. Het werd ochtend en
daarmee verdween het noorderlicht heel zachtjes. De vrijdag brak aan.
Daarmee kwamen de waarnemingen heel aardig overeen met de activiteit: tussen Kp
3 en Kp 5 en daarna afzakkend naar vier en tenslotte twee.
Het feest was over.
En zo ging het een
tijdje door. Ook
andere
kleurnuances deden
zich voor, zoals hier
met paars en een
beetje rood.
En uiteindelijk begon
het noorderlicht te
vervagen.
De dageraad breekt
aan.
Noorderlicht in Ringebu
Side 12 av 18
Vrijdag verliep rustig en bewolkt, met weinig kans op waarneming. Maar om drie uur
’s middags trok de aktiviteit weer aan naar storm Kp5. Daar had ik niets aan, want
het was licht en nog bewolkt ook. Het Aurora Ovaal was wel knalrood, maar lag nog
over Rusland. Ook zou de bewolking breken in de loop van de avond.
“Dat opent perspectieven,” dacht ik, “Het ovaal ligt rond negen uur boven Noorwegen
en dan gaat het opklaren ook.”
Dat werd spannend.
De bewolking bleef, maar met flinke opklaringen. Dat zou op de hoogvlakte alleen
maar beter zijn, want dan heb je redelijk ver uitzicht. Ik besloot me voor te bereiden
op een avondje fjellet, de hoogvlakte.
In je uppie naar de hoogvlakte, in de nacht, is geen sinecure. Dat mot je een beetje
voorbereiden, anders is de kans dat je de pijp uit gaat als er wat gebeurt levensgroot
aanwezig.
Dus alle batterijen van alle electrische apparatuur werd opgeladen, fototoestel,
telefoon, laptop, you name it. De telescoop die ik van Kitty had gekregen ging mee.
Zaklamp, hoofdlicht, dekens, warm drinken, wat eten, auto volgetankt. Lange
onderbroek aan, T-shirt, fleece trui, warm vest met capuchon, warmtepak klaar, das,
twee paar handschoenen, extra sokken en warme schoenen
Ik was er klaar voor.
Rond half negen brak de bewolking verder open. “Nu of nooit,” dacht ik en pakte mijn
biezen.
Om negen uur vertrok ik naar de hoogvlakte.
Dat is effe een stukje rijden, ongeveer een kwartier, maar daar heb ik een stekkie
waar je heel fijn sterren en noorderlicht kunt observeren.
De maan
scheen. Net
geen halve
maan.
Desondanks gaf
de maan een
pats licht en dat
is spookachtig
mooi als je dan
op de
besneeuwde
hoogvlakte staat.
Wel lullig voor
een noorderlicht
observatie, want
maanlicht en
noorderlicht
liggen mekaar
niet zo erg.
Op de hoogvlakte. Orion, de rand van het Auroral Oval, de Maan en
wolken.
Noorderlicht in Ringebu
Side 13 av 18
Een kwartier later was ik op mijn stek. Het Aurora Ovaal lag over het dal en een
groene band waaierde over mijn hoofd vanuit het oosten naar het westen toe.
Het was muisstil en er stond geen wind. Het was licht bewolkt. Met het maanlicht was
het al spookachtig, maar met het noorderlicht erbij leek het alsof ik zo in een
horrorfilm stond.
Het was koud, maar was niet zo gemeen omdat er geen wind stond. Ik stelde de
fotoappartuur op en maakte wat proef foto’s om goed scherp te stellen. Want da’s
altijd lastig in het donker.
Er gebeurde in eerste instantie niet zo heel veel. Het was dan ook nog vroeg. De
groene band bleef hangen waar die hing.
“Geduld, geduld…” mompelde ik hardop.
Om te wachten op dingen die komen gaan in de vrieskou, moet je wel ergens een
draadje los hebben zitten. Ik reken mezelf tot dergelijke lui. In de auto gaan zitten
helpt ook niet, want als de motor niet draait is het in de auto ook koud.
Dus maakte ik een paar stemmige foto’s van datgene wat zich liet zien.
Inmiddels weet ik waar ik op moet letten, om voorbereid te zijn op wat komen gaat.
Noorderlicht zoals ik het nu zag, “suddert” een beetje. Het is bezig. Het verwerkt
bergen energie en zet het om in licht. Maar op sommige momenten verschijnen er
intens groene banden die de aanloop zijn tot dramatisch mooie vertoningen.
Het wachten is dan ook op die intensivering van het groene licht. En dat kwam, na
een klein uurtje.
Over de hele horizon verscheen de groene band en niet veel later de eerste stralen
die tot hoog in het zenit doorbraken. Ver in het westen zag ik de eerste heldere
vlekken die zich langs de intens groene band naar het oosten verplaatsen. Dat is het
signaal om foto’s te gaan nemen.
Dat heb ik dan ook gedaan.
Zicht naar het oosten. Het
Ovaal ligt pal boven mijn
hoofd. Maar is statisch.
Het beweegt niet
noemenswaardig.
Noorderlicht in Ringebu
Side 14 av 18
Zulke evenementen zijn voorbij voordat je het weet. En voordat je een foto genomen
hebt, ben je dertig seconden verder en gebeurt er op een andere plaats iets.
Ook in het westen gebeurt wat.
Er ontstaat een fel groen licht
achter een boom.
Zicht naar het noorden. Er
gebeurt wat aan de horizon.
Een groene streep en wat
waaiers . Iemand steekt het
vlammetje aan.
Het groene licht in het westen
begint naar het licht aan de
noordelijke horizon te reiken.
Eens kijken wat dat oplevert!
Noorderlicht in Ringebu
Side 15 av 18
Zulke gebeurtenissen kan je opdelen in drie fasen: ontsteking, maximum en
uitdoven. En daarna weer wachten:
Dan ontsteekt het
noorderlicht in het westen.
Groene, felle bursts reiken
hoog naar de hemel en
beginnen langs de groene
band te dansen.
En plots staat de hemel in
vuur en vlam. Noorderlicht is
plotseling overal aan de
hemel te zien.
Dan loopt het licht weg naar het oosten En dooft uit.
Noorderlicht in Ringebu
Side 16 av 18
Vanaf een uur of half elf heeft het noorderlicht zich laten zien, tot een uur of twee.
Het heeft een mooi spektakel opgeleverd en in samenspel met de maan voor mooie
plaatjes gezorgd.
In de perioden met weinig spektakel heb ik me in de auto met wat thee vermaakt, op
mijn hoede voor nieuw groen intens licht.
Groen licht was er
genoeg. Het kwam
en ging. En veel.
Je kon er bijna
een boek bij lezen,
zo licht was het.
Mooie felle bursts
die tot hoog in de
groene hemel
reiken
Noorderlicht in Ringebu
Side 17 av 18
Als de aktiviteit goed op gang is, kun je een ander fenomeen waarnemen, wat zich
niet op foto’s laat vastleggen. In de groene hemel vliegt het licht van hot naar haar.
Niet van die typische gordijnen, maar enorme vlekken groen licht die razendsnel
langs het firmament razen.
Ik heb me een tijd afgevraagd wat dat kon zijn, maar het is zonnewind, de deeltjes
die zich langs het aardmagnetisch veld verplaatsen. Deze deeltjes reizen met een
snelheid van rond de 500 km per seconde en dat verklaart waarom het groene licht
zich zo razendsnel verplaatst. IJzingwekkend om te zien, vind ik.
Over ijzingwekkend gesproken: Het was wel koud. In eerste instantie kon ik fijn
zonder handschoenen werken. Het voelde niet zo koud als de nacht daarvoor. Maar
na een uur of twee buiten begonnen zich ijskristallen op het lensfilter te vormen en
moest ik noodgedwongen even pauzeren. Dat kwam mooi uit, want ik had inmiddels
kouwe voeten gekregen. En kouwe klauwen.
Niets is zo erg als koude voeten krijgen, want dat komt niet meer goed. Koude
handen kan je met wrijven en handschoenen nog wel verwarmen, maar je voeten?
Maar je bent die-hard of niet, dus je gaat gewoon door. Je kunt ook zeggen: “Je bent
niet goed bij je harses.”
Dat laatste komt eigenlijk meer in de buurt. Toen het kwart over één was, had ik het
toch echt wel koud. Zelf mijn warmtepak hielp niet meer. Het fototoestel werd steeds
witter, en het noorderlicht steeds minder. Mijn voeten deden zeer van de kou en ik
werd slaperig. “ Nou moet je aftaaien, anders gaat het fout,” dacht ik en dat was een
goede gedachte.
Toen heb ik de handel maar ingepakt en ben naar huis gereden. Redelijk langzaam,
want ik had weinig gevoel in mijn voeten. Dat is lastig met koppelen en gas geven.
Na een half uur kwam ik op Berg Gård aan.
En langzaamaan
wordt het wat
minder.
Noorderlicht in Ringebu
Side 18 av 18
“Even kijken of ik hier nog wat kan zien,” dacht ik en probeerde naar de fjosse te
lopen. Dat ging niet lukken. Het leek wel of ik op scheermessen liep.
In huis heb ik eerst maar even op de bank gezeten en de PC opgestart om de foto’s
van de kamera te downloaden. Om kwart voor drie ging ik naar bed, Juliëtte
onaangenaam verrassend door een paar ijskoude voeten onder de lakens te
schuiven.
“Sodeju! Wat heb jij een kouwe poten!”
“Ben helemaal koud,” mompelde ik.
“Was het mooi?”
“Heel mooi…”
“Mooie foto’s gemaakt?”
“Ja…”
“Nou kom dan maar hier, zal ik je effe lekker warmen.”
En zo viel ik in slaap.
Deze nachten hebben dus weinig slaap opgeleverd, maar wel veel foto’s.
Honderdtweeennegentig, allemaal heel erg mooi. Vind ik.
Een aantal vinden jullie terug in dit document, tezamen met wat verklarende tekst.
Ik hoop dat het jullie een beeld heeft gegeven van het fenomeen dat Noorderlicht
heet. Nog eentje om het af te leren.
M.P. van der Velpen,
Ringebu
14-3-2011